| beginpagina | geschiedenis en actualiteit | officële en niet officiële bomen | bijzondere bomen en boomgroepen | kunstige bomen | verdwenen bomen | bomenstad | lijsten met bomen | genootschap | colofon


Dikste populier
Kwelwater als voedzame bron?

De populier een echte polderboom. De snelle groei van deze boom maakt hem aantrekkelijk voor de houtproductie. Daarvoor werden dan speciale populieren gekweekt. Dat dat wel eens mis kan gaan blijkt in enkele bosvakken in Almere. Soms is het net of je naar een foto van een slagveld uit de Eerste Wereldoorlog kijkt, waar bomen massaal werden geknipt door bommen.
Zo’n gehavend bosvak ligt bijvoorbeeld in het Oostvaardersbos en het Cirkelbos. De reden van de geknakte populieren ligt in de kweek van populierensoorten waarbij de moleculaire samenstelling van de bomen werd aangepast. Zo zorgt lignine voor hout en dus stevigheid. Bij de fabricage van papier heeft men liever meer cellulose. En dat gaat dan weer ten koste van lignine en dus de sterkte van de boom. Een stevig polderbriesje en hup daar tuimelt de top uit de boom.

Dat het ook goed kan gaan met gekweekte bomen bewijst een andere populier, de Schoorldam. Deze staan in een bosvak in het Cirkelbos. Hier vindt u langs een wandelpad de twee dikste populieren van Almere.
Waarom nou juist deze twee populieren veel dikker zijn dan populieren van dezelfde soort en hetzelfde jaar is een intrigerende vraag.
Grond, voedsel, water en zonlicht spelen een belangrijke rol bij het welzijn van de boom.
Er zijn geen aanwijzingen dat deze populier op een bijzonder manier kan profiteren van regenwater c.q. oppervlaktewater. De verklaring voor de voorspoedige groei ten opzichte van andere populieren in hetzelfde bosvak moet toch een andere oorzaak hebben. Ook de verklaringen dat zich rondom de wortels extra voedzame grond bevindt, of dat er een betere doorluchting is van de bodem, zijn waarschijnlijk niet de oorzaak. Daarvoor is de voormalige zeebodem, in de bovenste kleilaag, toch te monotoon. Het kan ook zijn dat door drainage of oude slootjes en greppels ter plekke de bodem beter is gerijpt, ontlucht of ontwaterd. Dan voelt een boom zich beter maar in dit bosvak is dat geen verklaring als er slechts twee bomen uitblinken.
Misschien dat in diepere aardlagen een verklaring te vinden is.
De Flevolandse bodem bestaat uit allerlei lagen met verschillende diktes en grondsoorten. Ze zijn gevormd in de duizenden jaren die voor ons liggen. Dankzij een waterput gaat de kennis van de bodem onder het populierenvak terug tot de één na laatste ijstijd, 130.000 jaar geleden.
Als u met de rug naar de populier gaat staan en u kijkt (denkbeeldig) naar de Stichtse Brug en u bevindt zich op een diepte van 14 meter en 130.000 jaar terug, dan staat u op de rand van een groot diep dal dat doorloopt tot aan Wageningen. Dit ‘glaciale bekken’ (dat ook wel de Gelderse Vallei wordt genoemd) is ontstaan door de werking van het ijs tijdens de één na laatste ijstijd. Dat ijs was ook verantwoordelijk voor het opstuwen van de Utrechtse heuvelrug westelijk van het bekken. En deze heuvelrug speelt misschien een rol in de watervoorziening van de populieren in het Cirkelbos.
De diepere zandlagen bevatten water dat afkomstig is uit het Gooimeer en de Utrechtse Heuvelrug. Gooimeerkwel komt alleen voor in de hoger gelegen lagen. Water uit de Utrechtse Heuvelrug komt vooral voor in een diepe zandlaag.
Het water van de Utrechtse Heuvelrug is ooit als regenwater gevallen. Het heeft in de grond een stroomsnelheid van 1 tot 2 meter per jaar, zodat het na eeuwen onder het Cirkelbos aankomt. Achter het Almeerse drinkwater schuilt hetzelfde principe maar met twee verschillen. Het water dat uit de kraan in Almere komt, komt uit nog diepere en oudere zandlagen onder Zeewolde en is afkomstig van de Veluwe.

Tussen de zandlagen onder het bosvak zitten kleilagen in deze kleilagen zitten opening, bijvoorbeeld in de vorm van zandheuvels of veenresten. Zandheuvels worden meestal gevormd door de wind. Veen kan in dit gebied een gevolg zijn van de rivier de Eem die hier ooit zijn delta heeft gehad. In de openingen zoekt het grondwater een weg naar boven.
Uit de metingen in de grondwaterput blijkt dat het water uit de bovenste grondwaterlaag een hoogte kan bereiken tot 50 centimeter onder de grond waarop u loopt, het maaiveld. De diepere waterlaag kan tot 25 centimeter onder het maaiveld stijgen. De verklaring voor dit verschil is waarschijnlijk dat de druk op het water vanaf de Utrechtse Heuvelrug groter is dan die vanuit het Gooimeer.
Het grondwater is van betere kwaliteit dan het oppervlaktewater. Het zand heeft een filterende werking en oud water is nou eenmaal schoner omdat er vroeger minder milieuverontreiniging was. De theorie kan dus zijn dat door de stuwende kracht het grondwater het oppervlaktewater op de lokaties van de populier wegduwt terwijl beide bomen tegelijkertijd continue zijn voorzien van hun schoon water.

En zo overlappen deze populieren langs het wandelpad in onze verbeelding maar liefst dertienhonderd eeuwen!


2005 12 30

Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland.