Door zijn imposante verschijning lijkt het alsof de paardekastanje altijd in Nederland aanwezig is geweest. Niets is minder waar, hij komt oorspronkelijk uit Turkije. Over de herkomst van het woord paardekastanje (die ook wel wilde kastanje wordt genoemd) is veel gefantaseerd en er bestaat ook veel verwarring over.
Een Italiaanse arts kreeg in 1565 een exemplaar uit Constantinopel, waar de Turken de kastanjes tot meel vermaald aan de paarden voerden. Dat deden ze om ademhalingsstoornissen van hun snelle paarden, die erg belangrijk waren bij hun veroveringstochten, te voorkomen. De arts gaf de boom de Latijnse naam ‘Castanea equina’ dat letterlijk ‘paardekastanje’ betekent.
De vruchten van de paardekastanje zijn voor de mens niet eetbaar. Wel voor veel diersoorten die er grote voorraden van opslaan in hun ‘winterschuren’. De paardekastanje heeft geen verwantschap met de ‘tamme kastanje’, hoewel de vrucht en de zaden veel overeenkomst vertonen. De Baumannii, de variant die op deze locatie is aangeplant, geeft vrijwel geen vruchten.
04 11 2005
Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland.